FOKKEN

Fokken is het vermeerderen van vee, pluimvee en allerlei huisdieren. Als fokken het doel heeft om gewenste eigenschappen te verbeteren of in stand te houden door middel van kruising en selectie, dan heet dit veredelen. Door de beste dieren te kiezen om mee verder te fokken treedt een proces op van kruising en selectie, dat resulteert in een verbeterd ras of het in stand houden van het ras.

Omdat het belangrijk is gegevens te hebben omtrent de overerfbaarheid van de eigenschappen van het dier, worden uitgebreide administraties bijgehouden.

Om te bepalen welke dieren het beste zijn om het fokdoel te halen, worden voor de in het fokdoel gedefinieerde eigenschappen van een dier geschat. Zo kan een bepaalde melkkoe of stier een fokwaarde hebben van +150 kg voor melk. Deze fokwaarde wordt geschat aan de hand van de prestaties van individuele dieren en van het nageslacht van deze dieren. Hoe meer nageslacht er van een bepaald dier is hoe meer prestaties er bekend zijn en dus hoe nauwkeuriger de fokwaarde geschat kan worden.

 

Naast het berekenen van fokwaarden voor productie, bestaan er ook fokwaarden voor exterieur. Hierbij worden kenmerken als lichaamsbouw beoordeeld. De veehouder of zijn adviseur kunnen dan aan de hand van zowel productie als exterieurkenmerken een optimale keuze bepalen voor het nageslacht. Uiteraard rekening houdend met erfelijkheidsgraden van de diverse kenmerken, inteelt en afwijkingen.

 

Inteelt

Om in te telen worden broer en zuster, halfbroer en halfzuster gekruist, of moeder en zoon.

Om uit te telen worden dieren gebruikt die op geen enkele manier aan elkaar zijn verwant.

Het mag duidelijk zijn dat beperkte inteelt optreedt als u alle ooien met dezelfde ram kruist.

 

Lijnenteelt betekent het kruisen van twee schapen die een gemeenschappelijke voorouder hebben, maar slechts in geringe mate of helemaal niet verwant zijn. Een lam wordt als product van lijnen teelt aangemerkt als het meer dan 50% van het genotype van een bepaalde bloedlijn bezit.

Lijnkruising is het kruisen van schapen van verschillende bloedlijnen.

 

Veel kleine schapenhouders denken dat zij hun ram om de paar jaar moeten vervangen om problemen met inteelt te voorkomen.

Zij komen er echter vaak achter dat het vinden van een geschikte vervangende ram moeilijker is dan gedacht.

Carol J. Elkins heeft een goed artikel geschreven over het ontwikkelen van nieuwe bloedlijnen, ook al heeft u maar één ram.